Op de diocesane ontmoetingsdag “Als een lopend vuurtje” gaf Mgr. Bonny een lezing over Pinksteren en de aanknopingspunten met vandaag.

1/ Met 12 op 1 plaats samen

  • De 12 staan voor de volledigheid van het volk; niet ‘velen’ maar ‘allen’.
  • Ze zijn samen op 1 plaats en dat is eigenlijk niet de bedoeling. De kinderen blijven ook niet in huis wonen. De leerlingen wachten op de belofte van de Geest, maar het heeft iets voorlopigs. Liefst duurt het niet te lang, zoals in de wachtkamer van de dokter. Daarnaast hebben de leerlingen eigenlijk schrik (Joh).

We zitten als kerk in de wachtkamer. We voelen ons niet zo goed. De wachtkamer is niet zo gezellig of aangenaam. Denk aan de realiteit waarin pastorale eenheden of catechisten zich bevinden. We hebben schrik. Het negatieve imago rond de kerk speelt ons parten. Zoals Tomas Halik zijn boek titelt: “in het geheim geloven”. We geloven in God, een blijvend geheim of mysterie. Tegelijk beleven we dit geloof vandaag bij voorkeur in het geheim. We durven niet spreken.

Zien we de staart of de kop? We zitten onbehachelijk naar de staart (het einde van een tijdperk) te kijken. Het hoofd (een nieuw begin) is iets moeilijker. Denk aan de geboorte: na het hoofdje volgt de rest. Laten we een gok op de heilige Geest wagen!

2/ Vurige tongen verspreiden zich over allen

  • De Geest verspreidt zich over allen: geen ene perfect, allen een hoek af. In het nieuwe testament ontdekken we dat sommige leerlingen dom zijn, anderen maken ruzie, geven blijk van carrièrisme of verloochenen Jezus zelfs. Toch ontvangen ze allen de heilige Geest.
  • De Geest schept verbinding én verscheidenheid: gemeenschap maar geen collectiviteit, heel persoonlijk maar niet privaat. De Geest is geen kopieermachine. Iedereen is anders.

We staan als kerk voor de uitdaging van de verbinding en integratie van de verschillende gemeenschappen.

3/ Ze beginnen te spreken

  • De gave van de taal wordt geschonken door de Geest. De plankenkoorts of de drempelvrees is weg.
  • Ze hebben iets te zeggen: er is eigenlijk maar 1 onderwerp in het boek Handelingen. Hij leeft en is midden onder ons.

Hij leeft en is midden onder ons.

Laten we ons concentreren op deze kernboodschap. Laten we het opnieuw proberen in alle mogelijke talen en voor iedereen.

We hebben nood aan een nieuwe mondigheid. In Vlaanderen zijn we liefst de stille werkers, tot we een pint op hebben. Al zwijgend hebben we het geloof verkondigd de afgelopen 50 jaar. We hebben er zelfs een theorie over geschreven dat het beter is te zwijgen. Ondertussen hebben we er geen taal meer voor.

4/ in vreemde talen zoals de Geest hen ingaf

  • Geen kerk die mensen uitsluit. Van in het begin komt de vreemde en de dimensie van universaliteit aan bod: de drie koningen bij de geboorte van Jezus, de vele vreemde volkeren bij de geboorte van de kerk bij Pinksteren. Diversiteit is geen probleem, maar een geschenk.
  • Spreken tot iemand die vreemd is in het geloof. Ieder heeft zijn moedertaal en de Geest maakt dat ze verstaanbaar waren

Ook vandaag ervaren leerkrachten, catechisten en zelfs grootouders de grote uitdaging: onze boodschap brengen voor de grootste vreemdelingen in het geloof midden in onze eigen Vlaamse cultuur.

De stad als nieuwe werkplek. De leerlingen gingen van stad tot stad, niet van klooster tot klooster. In de stad met haar haven en smeltkroes van culturen en gebruiken, een plek van ontmoeting, diversiteit, drank en sociale problemen. Daar ligt onze werkplek.

5/ uitzending

De hoop van de bisschop: dat er mensen opstaan die een kleine apostel willen zijn.

Mensen die durven zeggen: de heilige Geest mag met mij zijn werk doen.

Durf vertellen wat het geloof in Christus met jou doet. Sla in het dagelijks leven de brug naar Jezus en de kerk.